Aan het peinzen...

Anders dan anderen: Jan Hoek

Niet de gebaande paden zijn aanlokkelijk, maar juist de weerbarstige weggetjes die naar ongekende vergezichten leiden. En voor gedoe onderweg moet je niet bang zijn. Vijf vrijdenkers vertellen. Nu: kunstenaar Jan Hoek.

“Als kunstenaar moet je een vrijdenker zijn, omdat juist kunst interessant wordt als het een esthetiek of een denkwijze vertegenwoordigt die je nog niet eerder hebt gezien. Om zoiets te kunnen maken heb je een hoofd nodig dat net iets anders denkt dan de meeste andere hoofden. Vrijer. Andersom denk ik niet dat alle vrijdenkers automatisch kunstenaar worden of als zodanig worden gezien. Mensen met autisme of het syndroom van Down zijn niet getraind als kunstenaar, maar veel van wat er uit hun hoofd voortkomt, zie ik ook als kunst. Er is dus een systeem dat vrijdenkers die de kunstacademie hebben gedaan ziet als kunstenaars, terwijl vrijdenkers die op straat wonen alleen maar daklozen of hoogstens outsider kunstenaars kunnen zijn.”

“In de vrije wereld van de kunsten vind ik dat een wel heel bekrompen visie. In mijn werk stel ik dat aan de kaak. Ik zie mezelf net zo veel als kunstenaar als activist. Mijn activisme ligt vooral in de samenwerkingen die ik aanga, bijvoorbeeld met Bruin Parry, een jongen met dat syndroom waarover hij het liever niet heeft. Hij vindt namelijk dat ik het heb en niet hij. Dat vind ik wel verfrissend, want wie weet? Onze samenwerking is het activistische; wat we maken mag gewoon mooi, leuk of grappig zijn. Zoiets geeft mij uiteindelijk meer energie dan heel hard schoppen tegen bestaande structuren en zeggen: jullie doen het verkeerd, hoe belangrijk dat laatste soms ook is.”

“Mijn project Power to the Models, dat ik vorig jaar met BredaPhoto en Stedelijk Museum Breda heb gedaan, ging uit van de vraag: is het niet absurd dat je als fotograaf zo veel macht hebt en altijd maar anderen in beeld mag brengen zoals jij dat wilt? En dat modellen jouw keuzes maar moeten accepteren en zelfs nadat ze gefotografeerd zijn totaal geen zeggenschap hebben over wat er met de foto’s gebeurt?”

“Ik besloot twaalf modellen zelf te laten bepalen hoe zij in beeld gebracht wilden worden. Als fotograaf denk je daarmee natuurlijk tegen je eigen belangen in, maar ik denk dat je eigen belang niet het enige is om gelukkig te worden. Het is fijner om ook in andermans belangen te denken. Soms maakt dat het leven moeilijker, soms mooier, soms weet je als je nieuwe paden inslaat niet of je het juiste doet en ontmoet je weerstand. Maar het is voor mij altijd bevredigender om uit te zoeken wat voor mij het juiste is dan om me iets aan te trekken van de mening van anderen.”

Jan Hoek, foto: Linelle Deunk